Blog door Rob van der Bijl (RVDB Urban Planning, GoDutchCycling, Favas.net) voor de Fietscommunity.
De matrix raakt gevuld – De Fietscommunity heeft het afgelopen jaren het fietsonderzoek in Nederland actief in kaart gebracht. Zo zijn er projecten verzameld binnen de thema’s ‘bikenomics’, milieu en sociale inclusie. Ook ‘grote onderwerpen’ zoals veiligheid zijn verkend. Op basis van FC’s ‘long list’ waarop nu circa 140 projecten staan (stand januari 2018) zijn 35 projecten door Arjen Klinkenberg van de Fietsersbond geanalyseerd en gedocumenteerd. Dit was mogelijk dankzij financiële ondersteuning het Ministerie IenW. Tijdens een speciale bijeenkomst van de Fietscommunity (30 november 2017) is gevierd dat de matrix met deze nieuwe projecten is gevuld. In deze blog worden de eerste resultaten met de community gedeeld. Verder wordt vooruitgeblikt. Welke conclusies zijn gerechtvaardigd? Hoe gaan we verder?
De 35 projecten zijn beoordeeld en gerubriceerd op hun score binnen de matrix. Telkens is gekeken waar een project staat op elk van de drie dimensies die tezamen de matrix-ruimte bepalen. Zoals eerder hier uitgelegd gaat het respectievelijk om de vijf inhoudelijke domeinen (oftewel de 5 E’s; E1-5), de maatschappelijk inbedding van fietsonderzoek (3 kringen; C1-3) en ten slotte de onderzoekswijze (5 typen; R1-5). De projecten zijn redelijk verspreid over de matrix, alhoewel de bovenbouw (C1) het meest blijkt gevuld. De totale score bedraagt 60. Dat is meer dan 35, maar dat komt omdat een project op meerdere posities in de matrix kan scoren.
Vooruitlopend op projecten die nog in de matrix zullen worden opgenomen zijn 11 PhD-projecten (van promovendi van Smart Cycling Futures, Cyling Cities en TU Delft) volgens de systematiek van de matrix in beeld gebracht. Niet toevallig scoren deze projecten in de bovenbouw (C1), waartoe immers universiteiten gerekend moeten worden. Bovendien blijkt dat in veel projecten vooral het mobiliteitsdomein (E1) wordt onderzocht.
Wederom vooruitlopend op toekomstige projecten zijn 82 projecten uit de ‘long list’ globaal, dus onder voorbehoud beoordeeld en gerubriceerd op hun score binnen de matrix. Het beeld dat dan ontstaat komt overeen met dat van de 35 huidige projecten in de matrix.
De op 30 november j.l. gepresenteerde analyse heeft dus betrekking gehad op totaal 128 projecten. Wat leert ons dat? Ten eerste dat de basis (C3), dat is de maatschappelijk kring waaronder informele en lokale activiteiten vallen, door burgers, pleitbezorgers en solisten, zwaar ondervertegenwoordigd is.
Daarentegen blijkt dat in de bovenbouw (C1) en het middenveld (C2) de domeinen mobiliteit (E1) en ruimte (E2) zijn oververtegenwoordigd. Er is veel aandacht in onderzoek voor vervoer en verkeer.
In de derde plaats leert de analyse dat binnen elke maatschappelijke kring telkens één type onderzoek ontbreekt. Dat hoeft geen verbazing te wekken. Binnen de bovenbouw (C1) vindt immers amper of geen vrij fietsonderzoek plaats (door bijvoorbeeld kunstenaars en uitvinders), terwijl aan de basis (C3) zuiver wetenschappelijk onderzoek schaars of afwezig zal zijn. Dat laatste geldt in mindere mate waarschijnlijk ook voor het middenveld (C2). Tot nu toe kon hier slechts één score voor zuiver wetenschappelijk onderzoek (binnen het economische domein) genoteerd worden.
Verder is nagegaan hoe de 128 projecten gescoord hebben binnen de vijf inhoudelijke domeinen. Het is niet als een verrassing gekomen maar de hoogste score is behaald binnen het domein van de effectieve mobiliteit (E1): 77 hits. Doeltreffend vervoer en mobiliteit hebben kennelijk nog steeds prioriteit in het fietsonderzoek.
Op de tweede plaats, ook geen verrassing, is het domein van efficiënte stad/ruimte (E2) met 55 hits geëindigd. Het is verheugend dat het belang van doelmatig ruimtegebruik wordt erkend in het huidige fietsonderzoek.
Het domein van sociale cohesie (E5) is met 45 hits op de derde plaats gekomen. Het is verrassend dat in het gewaardeerde onderzoek sociale inclusie in verband is gebracht met het fenomeen fiets.
Het economische domein (E3) is met 29 hits vertegenwoordigd. In dit licht valt het mee dat het domein van milieu (E4) met 20 hits niet veel minder scoort.
Het grote onderwerp veiligheid is in de analyse apart belicht. De vier beschouwde projecten blijken alle voort te komen uit het middenveld (C2). De spreiding in domeinen is evenwichtig, met als uitzondering milieu (E4) waarbinnen geen enkele score is behaald, maar dat voor veiligheid hoogstwaarschijnlijk geen belangrijke rol speelt. Niet verbazingwekkend zijn de geïnventariseerde wijze van onderzoek, namelijk allemaal van het toegepaste type (R2,3,4), hetgeen overeenkomt met de praktijk van het middenveld. Overigens is niet altijd makkelijk om een strikt onderscheid te maken tussen middenveld en bovenbouw. Zo is de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), een van de betrokken onderzoeksinstellingen, gerekend tot het middenveld. Gelet op de ontstaansgeschiedenis en huidige formele status van deze organisatie is dit een terechte keuze. Niettemin is een notering binnen de bovenbouw misschien ook gerechtvaardigd gezien de nauwe band van de SWOV met de rijksoverheid als voornaamste opdrachtgever.
Wat kan vooralsnog worden geconcludeerd? Allereerst dat het vullen van de matrix nog werk-in-uitvoering is. Dus harde conclusies mogen zeker niet worden getrokken. Temeer ook daar de hier gepresenteerde analyse volledig kwantitatief is. Er zijn slechts scores op de verschillende matrix-posities geteld. Dat zegt nog niets over de kwaliteit die achter die scores schuilgaat. Hoe diep en hoogwaardig is onderzoek geweest binnen de vijf domeinen? Dat vergt nadere analyse.
In ieder geval moet worden geconcludeerd dat onderzoek uit de basis met slechts 12 van de totaal 226 hits sterk ondervertegenwoordigd is. De kleine getallen hier rechtvaardigen geen gedetailleerde conclusies. Toch is het geheel ontbreken van economische aspecten van fietsen opvallend, evenals het hier nauwelijks aanwezige toegepaste onderzoek.
De spreiding over de vijf domeinen is minder onevenwichtig dan verwacht. De verdeling van de 226 hits is namelijk als volgt E1: 77, E2: 55, E3: 29, E4: 20, E5: 45. Toch is het duidelijk dat onderzoek binnen de domeinen economie en milieu vooralsnog minder goed is vertegenwoordigd. Daar staat tegen over, het is al gezegd, dat onderzoek naar vervoer en verkeer ruim aanwezig is.
Opvallend is de dominante positie van wetenschappelijk onderzoek. Dat hangt ongetwijfeld te samen met het feit dat de bovenbouw van de matrix het beste gevuld blijkt. Daarbinnen is het type zuiver wetenschappelijk onderzoek oververtegenwoordigd.
Hoe verder? Een tweede reeks van onderzoeksprojecten staat op stapel om in de loop van dit jaar (2018) te worden ondergebracht in de matrix. Wederom zal deze onderneming plaatsvinden in samenwerking met de Fietsersbond en de Tour de Force. Daarbij zal in eerste instantie geput worden uit de voorhanden long list. Daarnaast is het de bedoeling ten minste drie sterke accenten te leggen.
In de eerste plaats zal de aandacht uitgaan naar onderzoek binnen de basis (C3). Zo zal er geprobeerd worden om lokale initiatieven, uitvindingen, manifestaties, etc. op het spoor te komen en de bijbehorende ‘onderzoekers’ uit te nodigen om het toegepaste onderzoek daar hiermee samenhangt te documenteren en te rubriceren in de matrix.
Dat sluit aan op het tweede accent, namelijk om sowieso meer toegepast onderzoek in kaart te brengen. Dat geldt dus voor de basis, maar zeker ook voor het middenveld. Daarbij zal het toegepaste onderzoek in de breedte worden verkend, dus niet alleen toegepast wetenschappelijk, maar juist ook technisch en beleidsmatig onderzoek. Waarbij het laatste binnen de kring van de basis vooral zou kunnen worden gericht op tactisch onderzoek dat naar verwachting nauw verbonden zal zijn met lokale acties om het fietsen te stimuleren.
Ten slotte, in de derde plaats zal aandacht worden geschonken aan een reeks grote onderwerpen. Bikeconomics en veiligheid zijn de eerste in deze reeks geweest, maar bijvoorbeeld governance, gezondheid, duurzaamheid, mobiliteit, vervoersarmoede, recreatie en ICT zullen zeker in beeld moeten komen.
Iedereen is uitgenodigd om een onderzoeksproject in te brengen. De eerste reeks van 35 projecten en de analyse van 128 projecten kunnen hierbij tot inspiratie dienen. Maar het kan zeker niet worden uitgesloten dat toch belangwekkend onderzoek nog buiten het gezichtsveld is gebleven. Daarom hierbij de oproep aan de community om projecten op te sporen en door te geven.
You must be logged in to post a comment.